Wat zijn zeolieten?
Als we over zeoliet
spreken dan bedoelen we een mineraal uit de groep zeolieten.
Zeolieten zijn stoffen die ontstaan zijn door vulkanische activiteit
van de aarde. Vulkanische aswolken sloegen honderdduizenden jaren
geleden neer en vormden op de bodem van de meren een soort kleilaag.
Onder invloed van heet water, dat door de thermische activiteit van
de aarde ontstond, veranderde de gevormde kleilaag in een zacht
gesteente. Tijdens die verandering werd amorf materiaal door het
hete water weggespoeld. Er
bleef een ruimtelijk rooster van aluminium- en siliciumoxiden over.
Het poreuze gesteente heeft ten gevolge van zijn unieke structuur
een hoge negatieve elektrische lading. De Zweedse mineraloog
Cronstedt gaf
in de 18e eeuw
het gesteente een naam, hij noemde het zeoliet. Het woord zeoliet is
van Griekse oorsprong, het betekent kokende stenen. Die naam
refereert aan het water vasthouden door zeoliet. Als zeoliet verhit
wordt, dan staat het het vastgehouden water als waterdamp af.
Zeolieten bestaan uit microscopisch kleine, onderling verbonden
kristallen, met een duidelijk omschreven structuur. In het algemeen
bevat zeoliet silicium, aluminium en zuurstof in zijn structuur en
kationen, water en/of andere moleculen in zijn poriën. Velen soorten
zeoliet komen in de natuur voor als mineraal gesteente en ze worden
op uitgebreide schaal gedolven op vele plaatsen van de wereld. Er
bestaan ook synthetisch soorten, die worden op commerciële basis
vervaardigd voor speciale doeleinden. Ook worden zeolieten
geproduceerd in laboratoria waar wetenschappers zich bezig houden
met de speciale chemie van zeolieten. Vanwege de unieke poreuze
eigenschappen heeft zeoliet een grote hoeveelheid toepassingen.
Globaal worden er per jaar een aantal miljoenen ton verbruikt. De
westerse wereld gebruikt zeolieten voornamelijk bij het kraken in de
petrochemische industrie, bij ionenuitwisseling (waterzuivering en
waterverzachting) en bij het verwijderen van gassen en opgeloste
stoffen. Verder worden zeolieten gebruikt in de landbouw,
veehouderijen en bouwnijverheid.